Het Koninkrijk

Wat zei Jezus dat zijn doel was van Zijn komst naar deze aarde? Wat was het onderwerp dat Jezus van zijn discipelen verwachte waarover zij zouden spreken na Zijn dood? En waar moesten de burgers deel van zijn om verzoend te worden met God? Het antwoord op al deze vragen is ……het Koninkrijk.

  • Jezus zei, “Ik moet het evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen, want daartoe ben Ik uitgezonden” (Lucas 4:43); en Jezus vond dat heel belangrijk en vertelde de mensen daarom ook, “zoek eerst het Koninkrijk van God…” (Matthëus 6:33a).
  • Jezus zond zijn apostelen erop uit om te verkondigen dat het Koninkrijk van God nabij (dichtbij dus) was (Lucas 10:1-20 & Handelingen 1:1-80), en dat deden ze dan ook (Handelingen 8:12, 19:8, 20:25, 28:23,31) en waarom? Omdat….
  • Jezus en zijn apostelen de mensen duidelijk maakten, dat zelfs door veel verdrukking, zij deel moesten worden van Zijn Koninkrijk als zij gered wilden worden (Handelingen 14:22 & Openbaring 12:10); tenslotte lezen we zulke tekstgedeeltes als “het goede nieuws van het Koninkrijk” (Lucas 8:1 & Matthëus 24:14).
  • Het verkondigen van het Koninkrijk was zelfs zo belangrijk dat, toen een man die wou wachten totdat hij zijn vader had begraven, Jezus hem vertelde dat het verkondigen van het Koninkrijk belangrijker was (Lucas 9:60), want, zoals staat geschreven in Lucas 14:15, “Zalig wie brood eten zal in het Koninkrijk Gods”. Dus……

Laten we nu eerst kijken wat de Bijbel zegt over het Koninkrijk door de volgende vragen te beantwoorden….Wat?, Waar?, Wanneer?, Waarom? & Wie? We hebben al de vraag beantwoord, “Waarom is het Koninkrijk zo belangrijk,” dus laten we nu verder gaan naar….

Wat is het Koninkrijk?

Er zijn verschillende uitdrukkingen in het nieuwe testament voor het woord “Koninkrijk” (het wordt meer dan 160 keer in verschillende vormen genoemd),

“Het Koninkrijk”, Het Koninkrijk van …..David”, “Het Koninkrijk van de mensen”, “Het Koninkrijk der hemelen”, Het Koninkrijk van Christus”, “Het Koninkrijk van God”, en verder nog uitdrukkingen zoals, “Uw Koninkrijk”, Mijn Koninkrijk”, Zijn Koninkrijk” “Het Koninkrijk van de Vader”, “Het Koninkrijk van onze God”.

Het is duidelijk dat al deze uitdrukkingen betrekking hebben op hetzelfde instituut.

Het Koninkrijk der hemelen” en “Het koninkrijk van God” hebben betrekking op hetzelfde instituut zoals we ook eenvoudig zien wanneer we Matthëus, Marcus en Lucas met elkaar gaan vergelijken.

  • In Mattheus 13:11 lezen van Jezus die tot zijn discipelen zegt, “Omdat het aan u is gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen,” terwijl we in Marcus 4:11 lezen dat Hij tot hun zegt, “U is gegeven het geheimenis te kennen van het Koninkrijk Gods,”.
  • In Matthëus 13:33 lezen we dat Jezus zegt, “Het Koninkrijk der Hemelen is gelijk aan een zuurdesem, welke een vrouw nam en in drie maten meel deed,” terwijl we in Lucas 13:20-21 lezen dat Jezus zegt, “Waarmede zal Ik het Koninkrijk Gods vergelijken? Het is gelijk aan een zuurdesem, welke een vrouw nam en in drie maten meel deed,”
  • Kijk ook naar Matthëus 19: 23-24 waar dezelfde twee synoniemen gebruikt worden.

Het Koninkrijk van God” en “het Koninkrijk van Christus” betekenen dan ook allebei hetzelfde: Efeziërs 5:5 spreekt van “het Koninkrijk van Christus en God.”

Wat is het Koninkrijk van God? Het Koninkrijk van God, is eenvoudig het domein van Gods autoriteit over het hart en leven van de mensen. En dan nu…..

Waar is dit Koninkrijk gesitueerd?

Toen ze Jezus vroegen over de komst van het Koninkrijk zei Hij dat het niet zou komen zo dat het te berekenen ofwel te zien is; en Hij ging verder met uitleggen en zei dat men ook niet zal zeggen, “zie is hier is het of daar” (Lucas 17:20-21). Tussen haakjes…..

  • Jezus sprak tegen zijn discipelen over Zijn komst te Jeruzalem op dezelfde manier: “Indien dan iemand tegen u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier (is de Christus), gelooft het niet.” (Matthëus 24:23) Waarom? Omdat Zijn komst onzichtbaar zou zijn, als een dief in de nacht (vers 43), indirect door de Romeinse legers. Bovendien….
  • In Matthëus 16:28 associeerde Jezus zijn komende Koninkrijk met Zijn eigen komst toen Hij zei, “Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk”, wat betekent dat beide (de Zoon des mensen en Zijn Koninkrijk) onzichtbaar zouden zijn. Dus…..
  • Eigenlijk moeten we om de vraag “Waar is het Koninkrijk gesitueerd?” te beantwoorden, eerst de vraag stellen “Waar bestaat het Koninkrijk uit?”. Het punt is….
  • De definitieve komst van het Koninkrijk in al zijn volheid waarover Jezus en de apostelen spraken, was niet van fysieke of tastbare  aard (in ieder geval niet anders dan de komst van Jezus naar Jeruzalem), wat zoveel betekent dat het Koninkrijk een geestelijk of hemels Koninkrijk is, van een niet tastbare aard is. Om dit verder te onderbouwen….
    • Jezus zei eens, “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” (Johannes 18:36). En ….
    • Paulus schreef dat, anders dan het koninkrijk van het oude Israël, “vlees en bloed zullen het Koninkrijk van God niet beërven” (1 Korinthiërs 15:50), en “het Koninkrijk van God bestaat niet uit eten en drinken” (Romeinen 14:17a). Nu kunnen onze vraag beantwoorden…..

Waar is het Koninkrijk gesitueerd? Omdat het Koninkrijk geestelijk van aard is, is het daar waar ook rechtvaardigen zijn.

  • Nadat er gezegd is dat het Koninkrijk niet zou komen zo dat het te berekenen of te zien is in Lucas 17:20, vervolgde Jezus met te zeggen dat, “Want zie, het Koninkrijk van God is binnen in u” (vers 21), vergelijkbaar met wat Jezus tegen de Samaritaanse vrouw zei in Johannes 4:21 & 24 dat, “de ure komt, dat gij noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zult aanbidden…. God is geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.
  • De geestelijke en universele aard van dit Koninkrijk werd al aangegeven in profetieën zoals Daniël 2:44 waar het zegt dat ”het zal al die Koninkrijken (van mensen) verbrijzelen en daaraan een einde maken”; en verder in Openbaring 11:15 waarin we de vervulling van zulke profetieën zien, die zegt dat “Het Koningschap over deze wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden”, waarmee bedoeld wordt dat Hij “Koning der koningen en Here der heren” is (Openbaring 19:16).
  • Schijnbaar profetisch gesproken schreef David al in Psalm 103:19 dat “De Here heeft zijn troon in de hemel gevestigd, zijn Koningschap heerst over alles.” Dus omdat het Koninkrijk geestelijk van aard is, infiltreert het – door evangelisatie – in ieder aards koninkrijk (Openbaring 21:24-22:2).

Waar is dus het Koninkrijk van God gesitueerd? In het leven en het hart van de mensen. Tenslotte….

Wanneer kwam het Koninkrijk?

Om deze vraag te beantwoorden op een manier dat het relevant is voor ons vandaag, moeten we eerst de voorstelling van het Koninkrijk van God, die op veel verschillende manieren in de Bijbel wordt weergegeven begrijpen ; laten we eens kort naar een paar van die voorstellingen kijken.

Sinds God alles schiep (de aarde en de mensheid), is natuurlijk alles Zijn Koninkrijk waarin Hij tenslotte regeert (Handelingen 17:24-29). Vervolgens….

Daar hebben we eerst Zijn Koningschap in de Judeese en Israelitische betekenis: het “koningschap van Israël” en het “koningschap van Juda” (1 Samuel 15:28, 24:21, & 2 Kronieken 11:17).

  • Dit is ook gedeeltelijk waar naar gerefereerd werd in Marcus 11:9-10a toen de mensen in Jeruzalem voor Jezus uitgingen en riepen, ”Hosanna! Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren; gezegend het komende rijk van onze vader David”; Er zijn drie dingen die hier opvallen….
  1. Men zegt dat Davids’ Koninkrijk komt, maar….
  2. dat Koninkrijk is van God.
  3. De komst van Jezus gaat samen met de komst van het Koninkrijk. Je ziet….
  • Het was het koninkrijk van Israël & de troon van David waardoor “Christus de Koning” & het “Koninkrijk van Christus” kwam, want “het heil (dat via het Koninkrijk kwam) is uit de Joden” (Johannes 4:22).
  1. Lees 2 Kronieken 13:4-8 en let dan op de relatie van de koninkrijken van Israël, David, & God.
  2. We lezen nu in Jesaja 9:6 (bevestigd door Lucas) over Koning Jezus, “en aan zijn Koningschap zal geen einde zijn” (Lucas 1:33), “Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over Zijn (Christus)  koninkrijk (deze twee zijn een en dezelfde in Gods ogen), doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid.”
  3. In Handelingen 2:29-30 vinden we Petrus die tegen de Joden uit zijn tijd sprak en zei, “zijn graf is bij ons tot op deze dag. Daar hij nu een profeet was en wist, dat God……Christus heeft op gewekt om op de troon te zitten.” Met andere woorden….
  • Het Koninkrijk was dus al aanwezig en werkte zijn weg door de tijd (tenslotte had Jezus gezegd toen Hij nog leefde “het koninkrijk van God is in u” Lucas 17:21b), maar het moest schoongewassen worden zoals Jezus aangaf in Matthëus 13:41, toen Hij zei, “De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen alles wat tot zonde verleidt.”, dus “dingen” en “mensen”. En natuurlijk….

Ten tweede is daar het Koninkrijk in de “gemeentelijke” betekenis (velen geloven dat tenminste): en dit wordt ondersteund door Matthëus 16 waar staat dat Jezus de gemeente van vers 18 vergeleek met “het Koninkrijk der hemelen” in vers 19 “en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen……Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen” (wat best zou kunnen); persoonlijk geloof ik niet dat er een onrechtmatigheid in deze tekst zit om dit zo te kunnen geloven, sinds de gemeente duidelijk het aardse deel is van het volgende en laatste Koninkrijk waarover we discussiëren. Terug naar het primaire Koninkrijk….

En ten derde is er een definitief Koninkrijk dat al was geprofeteerd door de profeten, Jezus en de apostelen, dat voor eens en altijd gevestigd zou worden – het Koninkrijk dat elke geredde ziel sinds Adam & Eva zou bevatten (Inclusief de Patriarchische en Mozaische eeuwen, de Christelijke eeuwen, de zieken, de kinderen etc…) Dus….

  • Tussen haakjes, tussendoor hebben we hier de vraag al beantwoord. “Wie zijn de onderwerpen van het Koninkrijk?”
  • Het enige wat ik wil toevoegen in het antwoord van de Wie vraag voordat we doorgaan met de Wanneer vraag, is om te onderstrepen dat alleen de rechtvaardigen (de geredden) als burgers van het Koninkrijk kunnen binnengaan en er ook in blijven (1 Korinthiërs 6:9-10 & Openbaring 21:7-8) ( Meer teksten over de vraag van Wie zullen we tegenkomen wanneer we straks naar Daniel hoofdstuk 7 gaan.) Laten we nu teruggaan….

Wanneer arriveerde dat Koninkrijk op het toneel in al zijn glorie? In het jaar 70 na Christus.

  • Zoals we al eerder hebben opgemerkt om deze vraag te beantwoorden, dit Koninkrijk werkt al sinds het begin, en zelfs voor het begin: in Matthëus 25:34 zei Jezus, “Komt….., beërft het Koninkrijk, dat u bereid van de grondlegging der wereld af.” En….
  • Dit Koninkrijk vond zijn vervulling toen alle dingen waar God iets mee van doen had met betrekking tot de wet van Mozes (de stad Jeruzalem en zijn Tempel) uiteindelijk waren verwijderd en de overgangsperiode van genade voor een generatie Joden tot een eind was gekomen (de periode die begon met Johannes de Doper, Lucas 16:16).
  • Om de heiligen van het oude verbond te rechtvaardigen (Matthëus 23:29-36), en zo ook de apostelen van Jezus, en Zijn kerk…. en terwijl Jezus over de beëindiging van het Judaïsme vertelde, zei Hij, “want dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven is, in vervulling gaat” (Lucas 21:22), en dat was vlak voordat Hij verder ging met te zeggen, “Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voor dat alles (alle dingen) geschiedt” (Lucas 21:32). Wat wordt bedoeld met alles? Alle dingen die te maken hadden met het totale beëindigen van het Judaïsme en dat het Christendom alles zou zijn wat over zou blijven uit het oude testament systeem van God.
  • Dat zie je ook weer terug in de opmerking van Jezus tegen de Joden in Matthëus 21:43 waarin Hij definitief afscheid nam, “het koninkrijk Gods zal van u worden weggenomen en het zal gegeven worden aan een volk, dat de vruchten daarvan opbrengt”, wat zoveel betekende dat de vruchten die zij droegen niet in overeenstemming waren met de vruchten die God voor ogen had in Zijn Koninkrijk.
    • Alle dingen zouden worden omgegooid tijdens het leven van die betreffende generatie, waarin God in de laatste fase was van het veranderingsproces van Zijn Koninkrijk, van wat je in eerste instantie fysiek zou kunnen noemen naar wat nu….zonder twijfel……. geestelijk is; en dit is ook waarom Jezus tegen hun zei, “Boos en overspelig geslacht, ….het aanzien van de lucht weet gij te onderscheiden, maar kunt gij het tekenen van de tijden niet?”. Met ander woorden….
    • De Messias had de noodzaak voor een fysiek Koninkrijk vervuld om geboren te worden uit een Joodse vrouw, en daarom is wat voorheen geen mensen kon redden vervangen door iets wat wel mensen kon redden. En verder….

We sluiten af met nog wat meer bewijsvoering, hoofdzakelijk uit Daniël hoofdstuk 2 & 7.

  • Na profetische verwijzing naar de tijd dat Rome de wereld zou regeren in Daniël 2:40, vervolgde Daniël met te zeggen in vers 44, “Maar in de dagen van die koningen (de Caesars zoals Nero), zal de God des Hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan…..”. Wanneer? Gedurende de overheersing van Rome, het bewind die tijdens de eerste eeuw de scepter zwaaide.
  • Als we opnieuw spreken over deze zelfde tijdsperiode in Daniël 7:13-22, Daniël zei daar, “Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen (de Wie) dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is (vers 13-14)……… daarna zullen de heiligen des Allerhoogsten het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot in eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden (vers 18)……… Ik zag, dat die hoorn (vermoedelijk Nero) strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen (vers 21-22)” Hoe kunnen nu al deze dingen niet wijzen naar de verschrikkelijke tijden die leiden naar het jaar 70 na Christus? Bovendien……..
  • Laten we beseffen dat dit Koninkrijk komen moest tijdens het leven van de mensen in Matthëus 16:28 (binnen een tijdsbestek van ongeveer 40 jaar), maar ook.… en let op…. na het midden van de jaren 60 NC, toen Paulus sprak van Jezus’ komst in Zijn Koninkrijk in 2 Timotheüs 4:1 “ Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, in Zijn verschijning in Zijn koningschap”, en daarbij de komst van het Koninkrijk in het jaar 70 na Christus als enige logische keus overblijft.

 Conclusie

Het Koninkrijk van God is een geestelijk Koninkrijk dat in al zijn volheid arriveerde in het jaar 70 na Christus en is het domein van Gods autoriteit over het hart en het leven van de mensen. Het Koninkrijk is hier en nu, en het is hier reeds 2000 jaar en het groeit en het zal blijven doorgroeien.